»LIMONOW«


von
Emmanuel Carrère



Die unautorisierte Webseite zum Buch.
Von den Machern von Limonow.de

zurück

Vertalersgeluk: Limonov van Emmanuel Carrère

Katrien Vandenberghe

Limonov. Het is een catchy titel, want het is een klinkende naam. Een naam die ik nog nooit had gehoord. Limonov is de protagonist in dit boek van de Franse schrijver Emmanuel Carrère (1957), van wie bij De Arbeiderspers eerder vier romans in vertaling zijn verschenen. Limonov is geen fictief personage, hij bestaat echt. Eigenlijk heet hij Edward Venjaminovitsj Savenko. Hij is verwekt tijdens de belegering van Stalingrad, geboren in 1943, opgegroeid in de Oekraïense industriestad Charkov, zoon van een huisvrouw en een grijze ambtenaar van de geheime dienst. Limonov is een pseudoniem, dat op een late avond het licht zag in een Charkovs dichtersclubje, in de tijd dat Edward Savenko zijn eerste stappen zette in de poëzie. Je hoort er limon in, citroen, en limonka, granaat — zo gekozen vanwege 's mans bijtend scherpe, strijdbare karakter. Dat Limonov een explosief bestaan heeft geleid en leidt, is het minste wat je van hem kunt zeggen. Zijn leven is een echte limonovcocktail. Hij las als jongen Alexandre Dumas en Jules Vernes, trok op met straatboefjes en was metaalgieter in een fabriek in Charkov, schreef gedichten, zat na een zelfmoordpoging in een gekkenhuis, maakte van zijn vierentwintigste tot zijn eenendertigste deel uit van de Moskouse underground. In 1975 emigreerde hij met zijn vriendin Jelena, die mannequin wilde worden, naar New York, waar het paar zich een tijd in hippe kringen bewoog totdat duidelijk werd dat hun Amerikaanse droom een grote desillusie was. Edward werd door Jelena gedumpt en raakte aan lagerwal. Hij woonde een poosje op straat, flikflooide met zwarte homo's en schreef het relaas van zijn belevenissen aan de zelfkant van New York neer op het gras van Central Park. Een miljardair in Manhattan nam hem in dienst als huisknecht en bracht hem op het idee een uitgever te zoeken voor zijn aantekeningen. Uiteindelijk toonde een Parijse uitgever interesse: Jean-Jacques Pauvert, die ook markies de Sade, de surrealisten, Histoire d'O en een paar Franse filosofen had gepubliceerd, gaf de schandaalroman uit onder de titel Le poète russe préfère les grands nègres. Limonov verhuisde naar Parijs en was daar in de jaren tachtig een trendy schrijver, die tien jaar lang één boek per jaar schreef over zijn kleurrijke leven. Hij woonde er samen met een alcoholverslaafde en nymfomane Russische cabaretzangeres. Begin de jaren negentig streed Limonov in de Balkan aan de zijde van de Bosnische Serviërs onder leiding van Karadzic (er bestaat een filmpje waarin hij een machinegeweer leegschiet op de stad Sarajevo). In Rusland stond hij mee aan de wieg van de NationaalBolsjewistische Partij, die een vage kruising van nationaal-communistisch en fascistisch gedachtegoed aanhing. Kort na 2000 bracht hij een paar jaar door in twee Russische gevangenissen en een werkkamp en na zijn vrijlating deed hij met Garri Kasparov in 2008 een mislukte gooi naar het presidentschap. Als krasse grijsaard kreeg hij een zoontje en dochtertje bij een dertig jaar jongere actrice, die hem inmiddels alweer verlaten heeft. Zeer tot de verbeelding sprekend materiaal dus, uiteengespatte stukjes van de meest verschillende werelden. Juist die grote diversiteit aan ervaringen is wat Emmanuel Carrère in Limonov aantrekt. Limonov intrigeert Carrère omdat hij zijn leven heeft geleefd zoals hij het als jongetje heeft gedroomd: een avontuurlijk, heldhaftig, vrij mannenleven, met alles wat daarbij hoort: in de goot belanden en altijd weer overeind krabbelen. Ook Carrère heeft vroeger Dumas en Vernes gelezen, maar Limonov leeft stukken radicaler. Carrère tast in het boek af hoe hij zich tegenover de figuur Limonov verhoudt. Zijn fascinatie voor Limonov is ambivalent: enerzijds romantiseert hij het enfant terrible, anderzijds is hij zich bewust van Limonovs antipathieke trekken, zoals zijn misprijzen en afgunst (in het boek komen tal van bekenden voor over wie Limonov geen goed woord over heeft: Brodski, Sacharov, Pasternak, Solzjenitsyn, Gorbatsjov…). Ook Limonovs politiekmilitante keuzes zitten Carrère niet zo lekker; hij heeft het boek vanwege het Servische intermezzo zelfs een jaar laten liggen. Door het zeer levendige portret van de persoon Limonov en het pittige verhaal van Limonovs leven heen verweeft Carrère inderdaad het verhaal van het boek Limonov en van zijn diverse ontmoetingen met de echte Limonov. Die aanpak geeft het boek een interessante, niet volkomen lineairchronologische structuur.

Wat het boek ook zeer de moeite waard maakt is het tijdsbeeld dat erin gestalte krijgt. Carrère roept zeer raak de sfeer op die op een bepaald moment op een bepaalde plek heerst en heeft een heldere kijk op politieke ontwikkelingen, in het bijzonder waar dat Rusland betreft. Hij heeft niet voor niets politieke wetenschappen gestudeerd en is bovendien de zoon van een bekend sovjetspecialiste, de academica Hélène Carrère d'Encausse, die zelf Russisch bloed heeft (een presentexemplaar dat zijn moeder had gekregen was trouwens Carrères allereerste kennismaking met Limonov als auteur). Het boek Limonov is heel rijk aan wetenswaardigheden over het Russische volk, over verschillen tussen Rusland en het Westen, verschillen tussen het oude Sovjetrijk en het Rusland van nu, de overgangsperiode van de presidentiële stoelendans. Ik heb kennisgemaakt met de zapoj, de Russische zuipmarathon, met de samizdat, het gebruik om verboden schrijvers zelf over te schrijven en die kopieën van hand tot hand te laten gaan. Carrère haalt deels de mosterd uit Limonovs boeken, maar heeft zelf ook een scherp geheugen en een uitstekend gevoel voor sterke citaten, saillante feiten, goede pointes. Bijvoorbeeld dat de grens met alcoholverslaving voor een Rus extra moeilijk te onderkennen is. Dat een lichte jas in Rusland vissenbont heet. Dat de mensen in de Sovjet-Unie dikwijls werden verhuisd. De verdwijningen onder Poetin… Wat Carrère vertelt, is interessant als illustratie hoe werelden en levens kunnen verschillen, kantelen, versplinteren, anders overkomen naar gelang van je blik (Carrère noemt Limonovs leven op het einde van het boek romanesk en gevaarlijk, Limonov zelf noemt het een kloteleven).

De vaart van het boek was voor mij een verdere reden om het graag te vertalen. Getuige een van de diverse zapojpassages: «De zapoj is een ernstige aangelegenheid, niet zomaar een doorzakavondje dat je de dag erop met een kater bekoopt zoals bij ons. De zapoj is dagenlang stomdronken blijven, van de ene plek naar de andere dolen, op treinen stappen zonder te weten waar ze naartoe rijden, je diepste geheimen aan wildvreemden toevertrouwen, alles wat je hebt gezegd en gedaan vergeten — een soort trip». Zo'n stijl waarin zinsaccenten en zinsritme van belang zijn dwingt je verder te kijken dan de woorden, af te wegen hoe de tekst op je afkomt, hoe de informatie wordt verdeeld, welke rol het register daarbij speelt. Gelukkig konden covertaalster Katelijne De Vuyst en ik elkaar op dat vlak goed vinden. Het boek is inderdaad een duovertaling: het werd ons half september 2011 aangeboden, kort na het verschijnen van het origineel in de rentrée littéraire, en moest vanwege de politieke bedrijvigheid van de hoofdfiguur in de boekhandel liggen tegen de Russische presidentsverkiezingen, begin maart 2012. Honderdtwintigduizend woorden op een goede vier maanden tijd, dat was een Russische rush, zeker als je bedenkt dat je weliswaar alleen voor je eigen aandeel woorden wordt betaald, maar daarnaast ook nog eens nauwgezet elkaars stuk moet nalezen, om twee halve boeken tot één consistent geheel te smeden. Katelijne en ik waren niet aan ons proefstuk toe. Hierbij een schematische voorstelling van onze samenwerking, waarbij de linkse K. Katelijne is en de rechtse Katrien, met daartussen de spoorlijn West-VlaanderenBrussel. In een vorige duovertaling waren we er namelijk achter gekomen dat we op honderd meter van elkaar werkten in Gent. Het schema kan ook staan voor onze opdeling van het boek: liever dan te puzzelen met het aantal woorden van verspreide hoofdstukken hebben we de vertaling van het boek gewoon in tweeën gesplitst. We wilden namelijk de meeslepende stijl niet breken, en toevallig is er precies halverwege een passage waarin Carrère de recente politieke ontwikkelingen in Rusland belicht, een passage met een iets journalistiekere toon, waarin de verandering van basisvertaler niet zo opvalt. Bij herlezing van het boek trof me trouwens de stilistische eenheid van de vertaling. De wederzijdse correctierondes herinner ik me als een heel verrijkende ervaring vol aha-erlebnissen, blij stemmende vondsten die het bestaande vertaalvoorstel contextueler, preciezer, idiomatischer of vlotter maakten — een soort glasnost oftewel openheid, maar zonder voorafgaande koude oorlog. Een voorbeeld van de vanzelfsprekendheid waarmee we het nut van de correcties aanvoelden, blijft me bij. Op een bepaald moment, tijdens spoedoverleg aan de Russische top omdat de Goelag Archipel van Solzjenitsyn in het Westen is verschenen, staat er in het Frans: Brejnev ne voit pas vraiment le danger. In het Nederlands stond er eerst keurig «Brezjnev ziet niet echt het gevaar». En dat werd: denkt «dat het allemaal niet zo'n vaart zal lopen», wat precies de lading dekt, ook al staat die vertaling verder af van de originele woorden. Registerkwesties waren vaak aan de orde. Een enkele keer hebben we een vertaling aan het doelpubliek aangepast: Edward «n'est pas un petit rastignac» werd «is geen arrivist» omdat de karakterwaarde van dat romanpersonage van Honoré de Balzac bij ons niet zo bekend is. Voor één aanpassing hebben we Emmanuel Carrère per mail om zijn fiat gevraagd: een bij ons onbekende Franse actiefilm op een van de eerste pagina's van het boek hebben we aangepast naar James Bond; het leek ons des te noodzakelijker de auteur daarover te polsen omdat hij een filmkenner is. Voorts was ook de Nederlandse transcriptie van in het Frans gespelde Russische namen een heikele klus.

Vertalersgeluk zit soms in kleine dingen… Ik was verrast te ontdekken dat de eerste auteur van wie ik een literair fragment heb vertaald, Antoine Volodine (een schrijver voor wie ik een zwak heb), in 1989 een boek van Limonov heeft vertaald: La grande époque. Ook ging er een wereld uit vervlogen tijden voor me open toen ik zag dat er van de ettelijke titels die Limonov op zijn naam staan heeft, liefst vier in het Nederlands zijn vertaald, tussen 1981 en 1992 — de goeie ouwe vertaaltijd (la belle époque!). Een van die Nederlandse vertalingen heb ik met plezier tweedehands gelezen: De Russische dichter houdt van grote negers — onderhoudende lectuur, die hier en daar nog bruikbare woordenschat opleverde.

Vertalersgeluk is ten slotte, enige tijd na het geluk van de opdracht, het moment dat het met de vertaling gelukt is. De auteur kwam naar Vlaanderen voor een interview in Brussel en in Gent, en daarbij viel het erg op hoe welbespraakt Emmanuel Carrère is.

En als de kers op de gelukstaart — het geluksstaartje: het nieuws van de nominatie voor de longlist…


«Nederlands Letterenfonds», april–mei 2013

Eduard Limonow

Original:

Katrien Vandenberghe

Vertalersgeluk: Limonov van Emmanuel Carrère

// «Nederlands Letterenfonds» (nl),
april–mei 2013